Volgens een recente studie, gepubliceerd in het tijdschrift Nature Medicine, een eenvoudige bloedtest kan alzheimer opsporen lang voordat de eerste symptomen zich voordoen. Het onderzoek, onder leiding van Duitse en Amerikaanse wetenschappers, zou een fundamentele bijdrage leveren aan een effectievere behandeling van deze degeneratieve ziekte. Ter afsluiting van de studie analyseerden de onderzoekers bloedmonsters van 400 mensen met vroege genetische varianten van Alzheimer, die ook cognitieve tests en hersenscans ondergingen. Zo merkten ze dat deze mensen, tot 16 jaar voordat de symptomen van de ziekte zich manifesteerden, opmerkelijke veranderingen in hun bloed vertoonden, meer bepaald een toename van een structureel eiwit dat deel uitmaakt van de neuronen. Ze vonden ook dat deze stijging van het eiwitgehalte rechtstreeks verband hield met een afname van een deel van de hersenen dat met het geheugen te maken heeft. Ondanks de onthullende resultaten, zeggen de onderzoekers dat de bevindingen nog steeds moeten worden bevestigd met andere studies om precies te bepalen welk niveau van proteïne van belang kan zijn. Er zij aan herinnerd dat de ziekte van Alzheimer op dit moment geen effectieve behandeling heeft om de symptomen om te keren. Daarom zou vroegtijdige opsporing kunnen helpen om manieren van preventie te vinden.
Bekijk ook: Alzheimer: vijf preventiegewoonten
Vooruitgang gaat verder
Vanwege de hoge incidentie van Alzheimer blijven wetenschappers over de hele wereld zoeken naar mogelijke genezingen en manieren om dit te voorkomen. Onlangs heeft een groep onderzoekers van de Universiteit van Buffalo (VS) bijvoorbeeld een methode geïdentificeerd die de epigenetische factoren die leiden tot geheugenverlies bij mensen met Alzheimer kan omkeren. Hoewel de tests alleen met knaagdieren werden gedaan, zijn deze resultaten een nieuwe hoop voor Alzheimerpatiënten, de meest voorkomende vorm van dementie.
Bekijk ook: Methode gevonden om het geheugen van Alzheimer-patiënten te herstellen
